De leegte. De leegte, en het eindeloze. Het vallen en verdwijnen, in niets dan donker, duister, dood. Daar waar je je doods voelt, of met de dood bedreigd voelt. Soms was het zo, soms leek het zo. Soms twijfel je of het zo was, of leek. Want in al dat lege en eindeloze was voor van alles ruimte, maar niet voor helderheid van geest.
Of woorden.
Het is niet dat ze steeds ontbreken, die woorden. Soms brengen ze je ver en hoog, maken ze duidelijk, inzichtelijk, begrijpelijk. Maar soms dus ook monddood. Jou, op de eerste plaats. Nog voor de vraag gesteld, hardop of door jezelf, rest er niets dan zwijgen. Het eeuwige, eenzame, Indische zwijgen.
Sudah, laat maar.
Hoe worden woorden woorden, als er geen woorden zijn?
Niet voor de angst, niet voor de twijfel. Niet voor de schaamte, noch de schuld. En zeker, zeker niet voor de eindeloze verwarring van een loyaliteitsconflict. Zo één vol dwaalsporen, zijsporen en luchtkastelen, verhuld als alledaags. Gewoon.
Het leek er veilig, maar was het niet. Of toch?
Was jij er eigenlijk wel?
Woorden. Hoe kun je woorden geven, aan hoe dat is geweest. Daar waar dat lege en eindeloze je eindeloos veel richtingen bood, en dat je dan moest kiezen.
Fout, fout, fout.
Het leek wel zo, maar eigenlijk was er bij voorbaat niets te kiezen. En alle wegen liepen dood. Toch bleef je jarenlang proberen: linksom, rechtsom, nog een keer. Tot je niet meer kon. Of wilde. En stiekem bleek dat toch een keus.
Die maakte je nog dader ook
Jouw keus om niet meer mee te spelen. Daarmee zette je niet alleen jezelf, maar heel het leven buitenspel. Dat leven van toen, van jullie, van samen.
Geen woorden voor die schuld, of hoe het voelt om die te dragen. Voor je steeds opnieuw afvragen waarom, waarom, waarom. En dan steeds opnieuw te zwijgen. Omdat er dan geen woorden zijn.
Omdat je dan…