Nog word je wel eens wakker met dat ene moment op je netvlies. Met de angst in elke vezel in je lijf, en een eindeloos gevoel van leegte. Van vallen en niet gevangen worden. Van verlamming, stilstand, dood. Want de dood was het, die aan je deur stond te kloppen. Of beter gezegd, aan wiens deur jij stond te kloppen.
Dertien was je, veel te jong om voor andermans leven te moeten strijden, toch is dat wat je toen deed. Je voerde eindeloze gesprekken waarin zij je vertelde hoe moe ze was, hoe graag ze weg wilde en dat ze een uitweg zocht. Je kon alleen maar luisteren, huilen, weer luisteren en haar smeken om te blijven.
‘Leef alsjeblieft voor mij’, riep je meer dan eens
‘Zonder jou kan ik niet leven’, dacht je nog veel vaker
Ondertussen schuifelde je zo goedlachs mogelijk van handenarbeid naar een blokuur gym, en van Frans naar aardrijkskunde. Je leven was al vroeg gespleten.
Suïcidaliteit, je maakte er al kennis mee nog voor je het woord überhaupt kon schrijven. De dag dat ze je voor het eerst vertelde dat ze dood wilde voelt nog altijd heel dichtbij. Net als alle dreigementen die er volgden, vaak via mails en smsjes. Altijd waren het noodkreten waar je op dat moment niets mee kon. Niets behalve bidden en smeken dat het zo ver niet zou komen en elke morgen weer opgelucht ademhalen als ze toch nog bleek te leven.
Gekmakend was het. Gekmakend, in zijn aller puurste vorm
Na maanden dreigen, praten en onderhandelen volgde op een voor jou volslagen onverwacht moment ‘de poging’. Op school, nota bene. De enige plek waar jullie alle twee nog het meest op zorgeloze vriendinnen leken en elkaar soms wijs konden maken dat dat inderdaad was wie jullie waren.
Je had om hulp moeten vragen, maar zweeg geheel in overeenstemming met jullie belofte als het graf. Niet de laatste keer dat een loyaliteitsconflict je bijna de das om deed, zo bleek later. Want een loyaliteitsconflict was grotendeels wat het was. Zij had je laten beloven met niemand over haar zelfmoordgedachten te praten en dus deed je dat ook heel lang niet. Ondanks dat je er zelf niet meer van kon slapen en je alle angsten, zorgen en twijfels nauwelijks dragen kon.
Maar beloofd was beloofd, en dus hield je je mond. Net iets te lang
Inmiddels zijn we ruim tien jaar verder, maar vergeten wat er toen allemaal gebeurd is zal ik nooit. Ik zal nooit meer vergeten hoe bang ik toen ben geweest, hoe verscheurd ik werd door het conflict van wel of niet vertellen, wel of niet om hulp vragen. Want dat is wat ik had moeten doen, maar pas veel te laat deed.
Ik zal nooit meer vergeten hoe ik minuten die uren leken te zijn op een gesloten deur heb staan bonken. Hoe ik toen haar naam geroepen en geschreeuwd heb en hoe overtuigd ik er toen, op dat moment, van was dat ik te laat was. Dat het mijn schuld was, ik haar uit het oog verloren was en haar ondanks alles niet had kunnen redden.
Nog word ik wel eens wakker midden in die scène, en hou dan net als toen mijn adem in.
Het was me wat, die tijd. En alle tijden die daar nog op volgden
Het was me wat. En wat had ik nu, terugkijkend, ontzettend graag gewild dat ik eerder was gaan praten over wat er speelde. Eerder had toegegeven dat ik met de zelfmoordgedachten en suïcidale neigingen van mijn vriendin geen kant op kon of durfde. Het me gevangen hield in een constante staat van angst, verlamming en onmogelijke twijfels. En mij vast niet alleen.
Wat ik met dit hele verhaal vooral wil zeggen?
Praten over zelfdoding is van levensbelang
Niet alleen voor de persoon met gedachten aan of zelfs verlangens naar de dood, maar zeker ook voor zijn of haar omgeving die er van weet en er mee probeert te dealen.
Ja het is beladen, en eng, en zwaar, en heftig, maar alsjeblieft, praat erover wanneer het op wat voor manier dan ook in je hoofd of leven speelt. Weet dat je niet alleen bent met je angsten en gedachten en dat er altijd wel iemand is die onbevooroordeeld naar je kan luisteren.
If no else, ik in ieder geval.