Ik noemde je groot mensje, schreef je aan onder die naam. Groot mensje, of ik nog even bij je mocht zijn. Nog even van je mocht leren.
Ik was er niet bij toen je mijn woorden las, maar achteraf hoorde ik dat je gehuild had. Jullie allemaal, om dat grote mensje.
Toen ik je daarna weer zag, was dat precies wie je was. Groot, in mijn ogen zelfs reusachtig, en toch een mensje. Je knuffelde me en ik greep je vast. Mijn magere armen om jouw lijf. Je voelde zacht, en warm.
Ik voelde walging, wilde afscheid van je nemen, niet meer van je houden of geloven dat ik dat zoveel van je deed.
Je was een ronde vrouw en ik wilde dat niet zijn. Nooit meer. Eerder sterven dan dat lot.
Je liet me los en keek me aan. ‘Ga je nou alweer rennen?’ vroeg je.
Ik strikte mijn veters en knikte ja.
‘Dag schat, tot later!’ zei je, en ik stoof weg.
Woede, haat, woede, haat. De bestemming overduidelijk. Ik bereikte het topje van de kunstmatige berg en hijgde uit.
‘Zo, wat kan jij rennen zeg!’
Ik keek om, een man van een jaar of 35 stond achter me. ‘Ja’ zei ik.
‘Waarom doe je dat?’ vroeg hij.
Ja Jezus, vraag me vooral alles behalve waarom ik dat doe. Waarom ik doe. Gewoon. Omdat. Daarom.
Mijn wangen gloeiden, mijn longen branden en ik keek van hem vandaan.
‘Om te overleven’ fluisterde ik, en vloog met de laatste zucht de trap weer af omlaag.
Waarom, waarom, waarom. Vertel me dat maar eens. Maar waag het niet het me te vragen.
De berg weer af en terug naar huis. Langs bomen en het bos, de woede achterlatend.
Eenmaal weer thuis hoorde ik je de trap afkomen. Ik zat niet op je te wachten maar moest je wel zien.
‘Jeetje, wat ben je rood.’
‘Ja’ zei ik, liep naar de kraan en dronk drie glazen water. Ik voelde hoe je ogen mij achtervolgden. Mij en mijn lijf. Ik draaide me om, ontmoette jouw blik en verstijfde.
Waarom huilde je nou? Waarom stond je daar nou zo? Nee, kom niet dichterbij! Alsjeblieft, niet dichterbij.
Je greep mijn bezwete lijfje vast, omhulde me met jouw ronde wezen en liet me daar, voor heel even, niet meer gaan.
Als je me meer dan liefde voeden kon, dan had je het gedaan.
groot mensje
laat me nog even
naar je kijken
nog heel even
bij je zijn
hou me vast
en leer me
van mij te houden.
Dit is op WAT werkt herblogden reageerde:
groot mensje