Proloog

Nog vraag ik me wel eens af of er iets was wat ik had kunnen doen, of er iets was wat ik niet gedaan heb, dat jou had kunnen helpen. Ik vraag me nog wel eens af of ik niet eerder in had moeten grijpen, niet eerder tussenbeide had moeten komen en zo misschien wel had kunnen voorkomen dat het ging zo als het ging.

In gedachten ga ik nog wel eens terug naar gesprekken die we voerden, naar antwoorden die ik op je vragen gaf, en naar alle vragen die ik jou niet stelde.

Had het uitgemaakt als ik eerlijker was geweest?

Had het uitgemaakt als ik mijn geschiedenis met de jouwe had gedeeld? Had je me dan beter begrepen dan je al die tijd deed, of wist je alles al? Want hoe zeer ik me er soms ook tegen probeerde te verzetten, er was iets tussen ons. Iets dat ons met elkaar verbond, meer nog dan alleen dezelfde tijd en ruimte.

Er was iets tussen ons, al vanaf het eerste moment dat ik je jaren geleden op de gang ontmoette en jij verlegen als je was van een afstand naar me keek. Wij naar elkaar keken, vooral.

Als ik mijn ogen sluit, zie ik je nog liggen

Verloren hoopje mens, zo intens klein en breekbaar, met mijn knuffel in jouw armen op de bank. Onze bank. Op allerlei manieren belichaamde je mijn grootste angst, mijn grootste verlies en raakte je steeds weer een verdriet dat groter was dan ik zelf. Misschien was dat het wel dat me op den duur zo bang voor je maakte. Misschien is dat het wel, waarom ik nog altijd voor je vlucht.

Als ik mijn ogen sluit, zie ik je nog liggen. Ik zie je wandelen door het bos, ik zie ons zitten in de trein, ik zie je schuilen in zijn armen en soms, heel soms, zie ik je lachen.

Vooral die herinnering doet pijn

Ik weet nog hoe wij op die bewuste dag arm in arm door mijn stad slenterden, twee houten ringen kochten bij een kraampje, ze om onze vingers deden en we voor heel even echt zusjes waren.

Ik weet nog hoe gelukkig je toen was, hoe je met heel jouw kleine wezen straalde en, misschien wel voor de allereerste keer, niet alleen maar samen was.

Ik zal niet ontkennen dat ik dat toen ook zo voelde, dat ook ik toen gelukkig was

Maar ik wist dat na die dag het begin van een nieuw einde wachtte, dat jouw en ons geluk van dat moment vluchtiger was dan wij beide konden voorzien.

Ik wist dat alles na die dag opnieuw anders zou zijn, we in een luchtbel leefden, en het alleen nog maar een kwestie was van tijd voor we elkaar opnieuw zouden verliezen. Misschien wel voor altijd.